vrijdag 26 februari 2016

Spitskop

Half zeven ’s ochtends en het uitzicht is onwaarschijnlijk mooi. Gisteren kwam de regen met bakken uit de lucht, nu trekt de nevel op en lijkt de zon de overhand te krijgen. Straks proberen we een pas te nemen, maar ons is verteld dat het met een gewone auto niet te doen is. We gaan gewoon een eind op weg, we zien wel waar we uitkomen.

Auto? Ik ging toch fietsen? Jazeker, maar nu nog even niet. De weg naar Odessa is lang en staat voor meer dan alleen een fietstocht. Het is ook het realiseren van een droom, het realiseren van een doel. Die weg hoeft niet rechtlijnig te verlopen. Mijn omweg is groot en tastbaar en heeft me in eerste instantie naar Zuid-Afrika gebracht, waar ik nu geniet van het uitzicht op de Drakensbergen, vanaf de veranda van onze Spitskop Cottage.


Ook deze reis is een deel van op weg zijn naar Odessa. Ik heb afstand genomen van de dagelijkse sleur en geef mijn ogen de kost. Werk is letterlijk en figuurlijk mijlenver weg. Ik ben dankbaar voor mijn geprivilegieerde situatie, waarin ik me veroorloven een paar maanden onbetaald verlof te nemen. Dat is niet iedereen gegeven. Wat dit land toevoegt is het dagelijks me bewust zijn van mijn kleur. Officieel bestaat er geen apartheid meer, maar de scheiding tussen zwarte en witte mensen is dagelijks en diepgeworteld zichtbaar en heeft een vervreemdende uitwerking.

Niet eerder was ik in een land waar iedereen zich achter beschermende hekken terugtrekt en waar een miljoenenstad na 11 uur ’s avonds uitgestorven lijkt. Waar je elkaar niet tegenkomt wordt angst gevoed, niet het juiste dieet voor iemand die op weg is naar Odessa. Hoe feestelijk en te koesteren zijn daarom de momenten van ontmoeting. Zoals die met de trotse eigenaar van een -stevig gebarricadeerde- uitspanning die vooral alcoholische dranken in zijn negotie heeft  en waar het nog zoeken is naar een flesje fris. Maar wel mét foto!

zondag 21 februari 2016

Odessa


Met de fiets naar Odessa. Het plan rijpte toen ik een jaar geleden een nieuwe fiets kocht. Of eigenlijk al eerder die zomer. We reden met de motor over Isle of Skye, gierende wind en helse buien trotserend, op zoek naar een slaapplaats. In dat weergeweld kwamen fietsers ons tegemoet, verpakt in fluorescerend geel. Ondanks de wind bleven ze overeind, hun benen draaiden onwaarschijnlijk kleine cirkels. Vast een Rohloffnaaf, denk ik nu, maar anderhalf jaar geleden had ik daar nog geen weet van. Ik dacht alleen: dat wil ik ook.


Met de fiets groeide de ambitie. Maar waarom dan meteen half Europa doorkruisen om naar Odessa te gaan? Een rondje rond het IJsselmeer of een tocht naar Zuid-Limburg kan toch ook volstaan? Inderdaad. Maar Odessa...! Een vaag verlangen dat al jaren in me huist. Dat ontstond nadat ik Paustovski las en zag hoe Eisenstein in Odessa de pantserkruiser Potemkin filmisch de lucht in liet gaan. Verbeelding, omdat tsarina Catharina een eigen stad wilde, nadat tsaar Peter er een in het Russische noorden had.

Dus toen eenmaal het besluit om een lange tocht op de fiets te ondernemen was genomen hoefde ik niet na te denken over het doel. En zoals het dan gaat: je kiest een richting en het doel kiest jou. Ineens ontmoet ik mensen die al eerder in Odessa waren, of die er ook naartoe gaan. Zo komen me steeds vaker verhalen toe over een stad vol pleinen, weemoed en vergane glorie. En alsof het zo moet zijn, verschijnen er ineens boeken over de stad.

Een van die boeken is 'Afscheid van Odessa' van Vladimir Zjabotinski. Het handelt over het verval van de joodse familie Milgrom, tegen de achtergrond van een kosmopolitische en tolerante stad. Hoewel de gebeurtenissen zich een eeuw geleden voltrekken, dringt zich  tijdens het lezen de actualiteit zich op. Al verschillende malen heb ik het boek opgepakt om fragmenten te herlezen.

Waaronder dit:
Wat is het leven toch idioot... maar prachtig: als ik het mocht overdoen, zou ik ervoor tekenen, op precies dezelfde manier, met alle droefenis en rottigheid, als ik maar weer in Odessa mag beginnen.