woensdag 1 juni 2016

Oekraïne


Hotel Ramszesz in Mátészalka serveerde roerei met brood. De eieren werden warmgehouden op het ontbijtbord met een bord eroverheen. Ik kon er nog niet de helft van op. Het restant ging mee op het brood, in een servetje gewikkeld, voor onderweg.

Over het mooie fietspad, voorzien van geel afgebiesd wegdek, zoefde je met lichte rugwind vooruit. De opgelegde snelheidsbeperking van 20 km/uur was alleen haalbaar door in de remmen te knijpen, wat me niet de bedoeling van het fietsen leek. Ook de borden met hellingspercentages bij een bruggetje vond ik behoorlijk overdreven.


In hoog tempo ging het vooruit. In Fehérgyarmat stopten we voor koffie en ik kocht er een nieuwe bidon, zodat ik eindelijk van mijn zeepwater was verlost. Een goed uur later stonden we in de rij aan de grens met Oekraïne. Heel wat fietsers gingen net als wij volgepakt de grens over, alleen dan met inkopen. De Hongaarse douanier bladerde door mijn paspoort op zoek naar stempels en kon even niet bevatten dat het pas de eerste grenspost was, die ik sinds mijn vertrek tegenkwam.


Het verschil tussen Hongarije en Oekraïne was meteen zichtbaar, in het wegdek, de kraampjes langs de weg, de rotzooi op straat, de auto's, de fietsen, de tijd. Onze Garmins vonden het nodig ons nog een stukje over onverhard pad door een achterbuurt te laten gaan. Ook blonk er al snel een kerkje met een koepel van goud.


Ondanks het soms abominabele wegdek bereikten we toch nog redelijk snel Vinogradiv. Voor weinig geld vonden we een prachtig hotel, het restaurant waar we later aten serveerde alleen pizza, volgespoten met ketchup. Na het onbestemde Mátészalka was deze stad sfeervol, met veel bomen en gedenktekens. De gekleurde huizen profiteerden volop van het prachtige avondlicht, waardoor het af en toe leek of we in een filmdecor liepen.




We fietsten krap 70 kilometer, https://www.strava.com/activities/593983977

Reageren kan via het blog of per e-mail naar beelceem@me.com. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten