dinsdag 17 mei 2016

De grens over

Het regende licht toen ik vertrok, wat al mooi was want tot dat moment had het de hele ochtend geplensd. De weg was verlaten, vlak buiten Niederalteich fietste een man naast zijn hond en kwam een vrouw me tegemoet gehold. Daarna zag ik 25 kilometer geen levende ziel meer. Hoewel, er schoten een paar hazen voorbij, hier en daar vloog een kraai en in een weide liep een vogel, op hoge poten en met een gekromde snavel, die nog het meest op een wulp leek.

De regen veranderde van licht naar hevig naar gematigd. Ik had in Regensburg een felgele hoes voor mijn helm gekocht, want het plastic zakje waar ik me eerst mee behielp was toch te pover. De hoes hield mijn hoofd droog én het regenwater uit mijn gezicht. Daarmee was fietsen in de regen alleen nog een kwestie van natte armen, benen, voeten en handen. Evengoed kreeg ik het daarvan koud, maar als die kou het hevigst was begonnen mijn ledematen te tintelen en warmden ze zichzelf weer op.

Op enig moment lette ik niet goed op, raakte van de route en belandde op een karrenspoor vol kuilen en plassen. Ik kwam uit bij een smal houten bruggetje, hees mijn fiets eroverheen en stond stil tussen de bomen. Ik was de wandelroute langs de Donau gaan volgen. Tijdens het omkeren van mijn fiets, stopte ‘mein Navi’ ermee. Hoewel deze waterdicht hoorde te zijn, vreesde ik nattigheid. Ik stopte het ding in mijn stuurtas, volgde de bordjes tot Passau, passeerde een stuwdam over de Donau, en stopte voor het eerst in de Altstadt van Passau. Op dat moment was het even bijna droog en had ik 50 kilometer gefietst.


In de Konditorei kreeg ik de Garmin weer tot leven, verwende mezelf met koffie, taart en chocolademelk en toog verder. De regen was mild, al schuilde ik onderweg nog een keer in een bushokje. Lange tijd fietste ik langs de grens, ik was  in Duitsland, aan de overkant van de Donau lag Oostenrijk. Het deed me vanzelf denken aan de Maas in Eijsden en aan de magie van vroeger dat je in het ene land kon zijn en het andere kon zien. In een tijd dat je nog langs de douane moest om België in te kunnen.


Van douane of zelfs maar een bordje dat ik Oostenrijk binnenkwam was geen sprake. Toch veranderde van het ene op het andere moment het wegdek en de bewegwijzering. Achterom kijkend zag ik aan een bordje dat ik zojuist een staatsgrens was overgegaan. En ineens was het droog, verscheen een bleek zonnetje en bereikte ik mijn hotel. Daar logeerden op dat moment alleen fietsers en al vroeg was het er doodstil.



Ik fietste ruim 80 kilometer, route volgt nog

Geen opmerkingen:

Een reactie posten