woensdag 18 mei 2016

Over veerboten en Mauthausen

De dag begon prachtig. Het was droog, aan de koude kant en ik had voor de zekerheid weer vijf lagen kleding aan. Het was doodstil op de weg, alleen vogels floten opgewekt en de Donau stroomde kalm tussen de heuvels. Na enige tijd naderde ik een veerpont en nog voor ik de steiger had bereikt, kwam het bootje me van de andere kant tegemoet varen. De oversteek in die stille ochtend was oogstrelend.


De zuidoever van de Donau was iets heuvelachtiger en ik waande me alleen, toen ik na een minuut of tien op een opstopping stuitte. Vanaf een volgepakte veerboot riepen mensen me toe, dat de weg verderop was geblokkeerd. Gelukkig kon ik nog net mee. Het gevolg was wel dat ik daarna in een soort file fietste. Alleen zijn langs de Donau is een illusie, je bent het zo lang je de anderen niet ziet.


Na een derde overtocht ontmoette ik vier Madrilenen, waarvan er een het woord 'fiets' probeerde uit te spreken, wat niet lukte. Weer op de zuidoever liep de weg langs Biotopschutzgebiete met broedende zwanen, jonge eenden en veel geconstrueerde eilandjes in een geconstrueerde aftakking van de rivier. Maar ik had plotseling geldzorgen gekregen, het hotel had ik onverwacht contant moeten betalen en de boten waren een aanslag op het budget. Pas in Aschach, op 35 kilometer na de start, vond ik een geldautomaat. Dat luchtte op, ik had weer geld voor koffie bij de bakker, waar ik door een andere klant werd getracteerd op een lofzang op ons koningspaar.


Na Aschach, voorbij een stuwdam, veranderde het landschap. De heuvels verdwenen en de tocht werd saai. Het enige vertier was het verkleuren van de lucht en het fietsen door wolken kleine vliegjes, die je in mond en neus vlogen. Inmiddels naderde ik Mauthausen en dat had een verwarrend effect op me. In mijn hoofd was ik weer in Polen, waar we vorig jaar met de motor in de buurt van Auschwitz waren (en ik nog geen week later onderuit ging). Hoe zou het zijn om te leven in een plaats, waarvan de naam is verbonden aan een concentratiekamp, vroeg ik me af.


Voor een kop koffie toog ik opnieuw naar de bakker. Een jonge vrouw aan een tafeltje naast me vertelde aan haar tafelgenoot over haar studie mensenrechten. Bij vertrek sprak de bakker me aan. Hij kwam uit Enschede en wilde een logeeradres voor me regelen, legde uit waar ik moest fietsen en hoe het weer de komende dagen zou zijn. Ik moest mee achter de toonbank om op zijn computer te kijken, die het winkelmeisje nodig had om met klanten af te kunnen rekenen. Het schoot niet op.

Bij vertrek kwam een bui opzetten, die niet al te veel om het lijf had. Ik perste er met de wind in de rug nog zo'n twintig kilometer uit, ving een glimp op van de Alpen en belandde in Mitterkirchen, waar ik bij het eerste huis met Zimmer frei terecht kon, met kamers voor toeristen én zorgbehoevende ouderen. Alleen van de traplift moest ik afblijven.

Door een koppeling met Googleplus is direct reageren op mijn blog alleen mogelijk met een Googleplus account. Dat was niet mijn bedoeling, maar ik weet (nog) niet hoe ik dat ongedaan moet maken. Wil je reageren, dan kan dat ook naar mijn e-mailadres: beelceem@me.com. 

Ik fietste 106 kilometer, te zien op https://www.strava.com/activities/579047872


Geen opmerkingen:

Een reactie posten