Dat veranderde snel. Ik fietste de stad uit, over stukjes bekende en onbekende weg en kwam voorbij een nagebouwde Romeinse wachttoren. Spechten roffelden tegen boomstammen. Ze doen me uitgeleide, dacht ik, net als de Domtoren. Ik mijmerde over het uitgeleide doen. Het woord deed me denken aan de dood. Maar ik was vertrokken om ergens levend aan te komen. Waar zou op mijn etappe het omslagpunt liggen tussen vertrek en aankomst, tussen uitgeleide en ontvangst?
In Cothen hing een dood varken in een grijper. Het zweefde naar de container, op weg naar deconstructie. Vijftig meter verder vloog een ekster op, een lange tak in de snavel die diende om een nest te mee bouwen. De wereld om me heen toonde zich als het illustratiemateriaal van mijn gedachten over uitgeleide en ontvangst.
Ik fietste voort. De zon scheen, de temperatuur was aangenaam. Af en toe wind mee, af en toe wind tegen. Na de ijzige dagen van de week ervoor was deze dag een groot cadeau. Ik zag een kikker op mijn pad, ik zag kieviten, ganzen in soorten en maten, ooievaars, koeien. Ik zag prachtige vestingen, kerken, dorpjes. De fruitbomen bloeiden, de bermen waren geel, van paardebloemen en koolzaad. Ooit reisde ik met de Trans-Siberiƫ expres van Moskou naar Irkoetsk. 87 kilometer Nederlands rivierenlandschap toont meer afwisseling dan duizenden kilometers Siberisch berkenbos.
Mijn route bekijken kan op https://www.strava.com/activities/563443830
Geen opmerkingen:
Een reactie posten