zondag 15 mei 2016

Pakketje verzenden

In Regensburg ging een groot deel van de dag op aan huishoudelijke activiteiten. Ik poetste mijn fiets, die onder de witte modder zat. Daarvoor draafde ik een paar keer met een emmer water door het hotel, tot groot plezier van de kamermeisjes.

Ook deed ik de was in de wasbak. Ik hing deze te drogen in de badkamer en op de vensterbank. Het hotel lag op de begane grond en mijn kamer keek uit op de tuin van een naastgelegen verzorgingshuis voor ouderen. Dat maakte dat ik met enig ongemak mijn lijfgoed op de vensterbank uitstalde, alsof ik het uitzicht van de bewoners bezoedelde.

Ook mijn fietstassen waren aan een schoonmaakbeurt en herinrichtingsplan toe. Richard, die vanaf Boedapest meefietst, zou de tent meebrengen. Maar intussen veranderde dat plan en had ik mijn eigen kampeerspullen niet meer nodig. Ik pakte ze met de inmiddels gebruikte kaarten, het gelezen boek en de onnuttige kledingstukken in de twee voortassen en nam de bus naar het centrum om ze te versturen.

Twee postkantoren, die volgens de informatie op internet tot in de middag open zouden zijn, bleken gesloten. In de Kaufhof was wel een agentschap. Het was er druk, vooral voor loten en sigaretten, maar grote dozen hadden ze er niet. De verkoopster adviseerde me om bij de supermarkt in de kelder een doos te halen. Een hulpvaardige dame in de supermarkt zocht en vond een doos. Op een stoeltje bij de ingang van de Kaufhof probeerde ik vervolgens mijn tassen om te pakken, maar de doos bleek te klein en barste uit elkaar. De spullen pakte ik weer over in de fietstassen en ik wist even niet meer wat te doen. Bij een fotozaak aan de overkant kreeg ik wel een doos waarin de fietstassen zonder meer pasten. Ik kocht een rol plakband om de doos dicht te plakken en kon uiteindelijk, na weer een wachtbeurt in de rij, mijn pakket achterlaten.


Zes kilo lichter liep ik door de stad. Ik zwierf door de straten en stuitte op een alleraardigste schaakwinkel, ik rustte even uit in de Dom en zag een standbeeld van een verwant van het Nederlandse koningshuis. Intussen liepen overal meisjes in dirndljurken, groepen jongens in lederhosen hesen bier en lalden luidruchtig. Ik was intussen vermoeid en nam de bus terug. Een rustdag is een werkdag, Regensburg verdiende meer aandacht dan ik ervoor had.


Na een dutje trok ik eten voor eten naar een nabijgelegen supermarkt, bij gebrek aan restaurants in buurt. De supermarkt bleek een bescheiden winkelcentrum, waar je ook kon zitten, döner kebab eten én pakjes verzenden. Ik troostte me met een flesje rode wijn en keek later met een half oog naar het songfestival. Oekraïne won.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten