maandag 9 mei 2016

Kabbelen

Na een rustdag fietste ik al vroeg weg. Het zou niet lang duren eer de frisse wind moest wijken voor de hitte die nog steeds uit het zuidoosten werd aangevoerd. De eerste kilometers gingen langs wijngaarden, waar ik moest klimmen en even wat vergezichten kreeg. Dat hield al snel op. Driemaal werd ik geƫscorteerd door mannen op de fiets die een praatje aanknoopten. 'Wohin' en 'woher' wilde iedereen weten. Odessa vinden ze super toll.

Frankfurt doemde op. Tegen die tijd waren er al veel mensen op been, al bleef de verschrikkelijke drukte van Hemelvaartsdag me bespaard. Langs de Main holden meer mensen dan dat er fietsten. Ook lagen ze er graag in het gras, omgeven door afval, wat ik on-Duits vond. Door een briesje dwarrelden duizenden bloesemblaadjes, opgelicht door de zon, als gouden confetti neer op de  Frankfurters. Op de achtergrond rezen de torens van het financiĆ«le centrum op, iets verder verbeeldde een muurschildering onder een brug de vluchtelingenproblematiek.


De Main zelf stroomde als een rustige dame door het land en nodigde uit tot roeien. Er waren dan ook veel boten, vaak -in roeiersjargon- ongestuurde c-boten, op de rivier. Een motorboot verprutste het even voor hen door zijn golfslag. Het deed me ernaar verlangen om zelf weer eens te roeien, de slag te voelen en door het water te gaan. Wie de magie van het roeien wil ondergaan, zou 'Over het water' van Hans Maarten van de Brink moeten lezen. Ik vermoed dat de coach in het boek is gemodelleerd naar een vermaard lid van de Amstel, de roeivereniging waar ik zelf een tijdlang lid van was. Al had ik daar nog geen weet van toen ik het boek las.


Als de rivier, zo kabbelde ook de dag voort. Ik passeerde oude stadjes, langs de oevers streken talrijke mensen neer om er te picknicken of pootje te baden. Een man stond op een been langs de oeverkant,  pulkte wat troep van zijn andere voet, een sok bungelend in zijn hand. Het zag er komisch uit. In de namiddag bereikte ik Aschaffenburg, dat me een prachtige entree bezorgde, met zijn Johannisschloss. Ik verwachtte veel van de stad en bij binnenkomst speet het me al bijna dat ik de dag erna alweer zou vertrekken. Die spijt was snel voorbij. In de avonduren trof ik een nogal uitgestorven stad aan, waar nauwelijks cafe's open waren. Wat ik at, was niet echt lekker, het bier smaakte laf. Ik ging maar vroeg  naar bed.


Ik fietste 93 kilometer, te zien op https://www.strava.com/activities/570714284

Geen opmerkingen:

Een reactie posten