maandag 30 mei 2016

Hitte

Het werd een tropische dag. Rond 9 uur vertrokken we uit in Tiszafüred, na een uitgebreid ontbijt van spek met ei. Evenals de dag ervoor liep de weg door het Hortobágy Nemzeti Park. Het was in feite één lange weg door de puszta, die wel een uitgestrekt maar verder weinig opwindend landschap bood. Tenzij je oog hebt voor de details, zoals een Nederlands stel dat met verrekijkers het veld in tuurde.

Vogels waren er in overvloed en het speet me wederom dat ik er zo weinig van wist, al had ik via internet intussen wel kunnen achterhalen dat de mini-ooievaar van enkele dagen geleden een steltkluut was. Ook herkende ik een lepelaar en zag ik de kop van een zilverreiger roerloos boven het riet uitsteken.


Er stonden vrij veel boerderijen en schuren met een lage langgerekte vorm. Veel groot vee zagen we desondanks niet. We ontwaarden een kudde schapen, enkele paarden en hier en daar wat koeien en we roken varkens. Een stationnetje lag er verwaarloosd bij, maar bleek nog in gebruik. De stationscheffin, in rode jurk met witte bloemen, kwam eens poolshoogte nemen, toen we er rondstruinden.


De temperatuur was intussen gestegen tot boven de dertig graden en ik voelde me verslappen ondanks het rijwindje dat nog enige verkoeling gaf. We vonden wel een koffietentje en een plek, waar je ijs en taart kon eten, maar ik miste iets hartigs. Op een paar momenten kwam ik nauwelijks vooruit.

In Debrecen stond de thermometer op 32 graden. De eerste keer dat ik van die stad hoorde, was vanwege een operettelied (...von Debrecen bis Plattensee...) en die associatie gaat er niet meer uit. De stad zelf was aangenaam, met veel koepels en een een rol, een straatnaam en een standbeeld voor Michiel de Ruyter. En ik zag er de meeste dronken daklozen, waarvan er zeker één nog midden in de nacht luidruchtig zijn fles aan diggelen gooide.




Ik legde ruim 86 kilometer af, https://www.strava.com/activities/592136076

Reageren is mogelijk via het blog of naar beelceem@me.com

Geen opmerkingen:

Een reactie posten