dinsdag 10 mei 2016

Een omweg

In Aschaffenburg sliep ik in een wonderlijk hotel. Het bleek een dependance van een tegenovergelegen hotel, maar had van zichzelf meer weg van een spookhuis. Volgens mij was ik er de enige gast. Hotel California ging door mijn hoofd: ‘You can check in any time you want, but you can never leave’. In werkelijkheid vertrok ik vrij vroeg en had er al snel de vaart in, ondanks de wind die weer een stevig partijtje tegen blies.

Bij Wörth am See kwam ik langs een oude scheepswerf, waarvan de schepen langszij het water in gleden. Dat deed me wederom denken aan een boek: ‘De nieuwe man’ van Thomas Rosenboom, waarin de tewaterlating groots is uitgewerkt. Zoals wel vaker bij oude bedrijven zaten twee mannen op een bankje de werkzaamheden te aanschouwen. Ik vermoedde dat ze vroeger zelf bij de werf betrokken waren en knoopte een praatje aan. Dat klopte, een waterval van soms moeilijk verstaanbaar Duits volgde. Zo kwam ik te weten dat de werf eerst in Wörth zelf stond, niet aan de overkant van de Main, dat er nu vooral Polen werkten en dat met een schip, dat terugkwam van de Zwarte Zee, foute vissen waren meegekomen, die nu de andere vissen in de Main verdrongen. Dat ik die dag in Lauda probeerde te komen leek hun godsonmogelijk, nog wel 130 kilometer te gaan. Dat verontrustte me, ik dacht een goeie tachtig kilometer voor de boeg te hebben.


Mijn navigatieapparaat toont soms wat afwijkingen van de Mainroute, die gelijkloopt met de Limesroute die ik volg. Ik negeer die afwijkingen doorgaans. Bij Bürgstadt had ik dat beter niet kunnen doen. Door de Mainroute te volgen raakte ik steeds verder van mijn pad verwijderd, maar dat had ik pas na een behoorlijke tijd in de gaten. Uiteindelijk zat er niks anders op dan om te keren, waardoor ik een omweg van 15 kilometer maakte. De terugweg was geen straf. Ik had de wind in de rug, de weg daalde en ik passeerde voor de tweede keer een intrigerende bouwplaats, een rode stoffige steenmijn. De nieuwe route was bovendien prachtig, langs de Tauber, lieflijk land en veel bloeiende bomen. Midden op de weg, in de schaduw van een boom, trof ik een half-ontblote man, in kleermakerszit. Blijkbaar werkte de omgeving zeer rustgevend. De keerzijde was dat ik  -eindelijk- moest klimmen, soms matige heuvels maar ook pittige stukjes van meer dan 13%.


Van het klimmen werd ik dorstig en moe en mijn bidons raakten leeg. Waar ik ook kwam, de dorpen leken uitgestorven, café's waren niet te vinden en bij een klaterende fontein stond nadrukkelijk vermeld 'Kein Trinkwasser'. Intussen zeurde de opmerking van de mannen uit Wörth maar door, dat Lauda veel te ver zou zijn. Totdat ik op een bordje zag dat Traumbischofsheim nog 27,5 km was. Lauda lag daar niet ver vandaan. Te halen!

Vervolgens vond ik een kleine supermarkt, waar ik appels, water, brood en kaas kon kopen. Op een bankje voor de winkel at ik van het brood en de kaas, het smaakte goddelijk. In Marbach, iets verder dan Lauda, trof ik een gesloten pension. Er logeerde een Roemeen, die me niet verder kon helpen. Het inchecken had in Lauda moeten gebeuren, maar die informatie had ik gemist. Na wat telefoontjes kwam de hoteleigenaar alsnog aanrijden, en uiteindelijk nam ik het aanbod aan om terug te gaan naar Lauda, daar was in het hotel nog een kamer vrij. Hij nam mijn bagage alvast mee. Bevrijd van de kilo's vracht vloog ik de heuvel af. Even later nam ik de eerste slok van een groot glas bier op mijn eigen balkon.



Ik legde bijna 110 km af. De route tot Marbach is te vinden op https://www.strava.com/activities/570714437

Geen opmerkingen:

Een reactie posten