vrijdag 13 mei 2016

Een toerfiets is geen racefiets

Hemelsbreed ligt Kinding 35 kilometer verder dan Weißenburg. Ik fietste er een kleine negentig, door het Altmühltal, al had ik nog getwijfeld of ik toch voor het kortere alternatief zou gaan. De vele hoogtemeters, licht gezeur in mijn knieën en intussen vermoeide benen schrokken me af.

De gekozen route deed nog steeds een appèl op mijn klimvermogen, maar minder heftig dan de dagen ervoor. Het weer was me goed gezind. Hoewel het bij vertrek wat miezerde trok ik in Pappenheim, waar ik stopte voor koffie, mijn regenkleding uit. De lucht betrok meteen. Toch werd ik nog het meest nat van mijn eigen zweet. Een man, die ik onderweg was gepasseerd toen hij een helling opliep, schoof aan. Hij kwam uit Bonn en fietste naar Regensburg. Hij fietste vaak.

Een groot deel van de tocht ging over onverhard pad, waar mijn fiets erg van houdt. Bergop wenste ik mezelf een racefiets toe, lekker licht en zonder bagage. Al is de snelheid waarmee ik kan schakelen met de Rohloffnaaf geweldig, met een derailleur krijg ik dat niet voor elkaar. Maar een toerfiets is geen racefiets. Dat moest ik mezelf al geregeld voorhouden. Het gaat niet om snelheid maar om het vooruit komen. Niet ploeteren met een te zware versnelling bergop of tegen de wind in, maar lekker licht en soepel rijden. Het hoofd weet hoe het moet, in de praktijk betrap ik me telkens op gezwoeg. Van de man uit Bonn leerde ik dat het geen schande is om af en toe een stukje te lopen.


De tocht voerde door een prachtig gebied, met uitgesleten rotsen en fossielen als zichtbare restanten uit de Juratijd. En ook hier waren Limes, Castellum, Via Raetica en andere Romeinse authentieke dan wel bedachte aandenkens alom aanwezig. De dorpen waren wat soberder dan de dag ervoor. Toch passeerde ik ook nu weer een stad, waar ik nooit eerder van hoorde en die indruk maakte. Eichstätt, wat ik op de kaart aanzag voor een dorp, bleek een statige universiteitsstad, met kasteel en een enorm plein, omarmd door een indrukwekkende façade van groene gebouwen.


Na een scherpe bocht ging de weg steil omlaag, langs huizen waar bouwvakkers aan het werk waren. Op het moment dat ik wilde afdalen legden zij een brede metalen lat dwars over de weg. In een reflex kon ik remmen en mijn voeten losklikken, waardoor ik een doodsmak voorkwam. Pfoe!

Op veel gedachten betrapte ik me verder niet, behalve dat ineens een zin in mijn hoofd schoot. Mensen leggen de natuur op stapeltjes. Hoeveel sprake nog is van natuur in houtstapels en hooibalen, is de vraag. Maar het levert een mooi thema voor plaatjes op.





De route is te zien op https://www.strava.com/activities/577014968

Geen opmerkingen:

Een reactie posten